Beperkte mobiliteit heeft vele gezichten bij leerlingen en studenten met een chronische aandoening. Het kan gekoppeld zijn aan de fysieke beperking van het lichaam, maar ook gekoppeld zijn aan beperkte hoeveelheid energie op een dag die gepaard gaat met veel chronische aandoeningen. Het meest voor de hand liggende struikelblok is gym, maar het is zoveel meer.
Het kan de fijne motoriek van bijvoorbeeld schrijven lastig maken, of het kan het afleggen van lange afstanden of beklimmen van trappen zijn de hele dag door. Ook dit verschilt van aandoening tot aandoening, van persoon tot persoon en vaak zelfs van dag tot dag.
De lift is er bijvoorbeeld niet alleen voor die ene leerling in een rolstoel, maar ook voor de student met bijvoorbeeld astma. VIjf minuten voor de bel het klaslokaal mogen verlaten is zo'n ander laagdrempelig voorbeeld. Door samen in gesprek te gaan met hulp van onze gesprekstools kunnen leerling/student, school en ouder helder krijgen of beperkte mobiliteit meespeelt en hoeverre dit de leerling belemmert op school en wanneer. Op basis van die inventarisatie kan gekeken worden naar mogelijke aanpassingen of ondersteuning die ook in gesprekstools staan genoemd.
“Ik zit nu in het voortgezet onderwijs. Ik moet nu wat langer fietsen naar school, maar gelukkig heb ik een driewieler met trapondersteuning gekregen van de gemeente. Ik kom dan niet zo heel moe op school aan. Fijn dat ik mijn fiets in de docentenstalling kan zetten, daar staat ‘ie veilig.” (Leerling met Jeugd Reuma, Kenniskaart Jeugd Reuma, Kennisgroep Speciaal)
“Ik mag gebruik maken van de lift op school als ik erg benauwd ben. Er mag dan een vriendinnetje mee. Dat is fijn!” (Leerling met astma, Brochure Een leerling met Astma, Ziezon)