wisselend of beperkt belastbaar op school

Waarom was jij afgelopen week steeds te laat op school en mag je vandaag eerder naar huis?”

In elke klas zitten leerlingen die te maken hebben met beperkte of wisselende belastbaarheid. Dat zij fulltime naar school gaan, is voor hen niet vanzelfsprekend en ook praten ze er niet graag over. Hun aandoening beperkt hun energie, die vaak wisselt per dag of soms zelfs per uur. Dat vraagt veel van de jeugdigen en heeft gevolgen voor hun dagelijks functioneren. Het ene moment lijkt er niets aan de hand en op het volgende moment is een leerling te moe om ook maar iets te ondernemen. Voor de omgeving is vaak niet goed te zien of in te schatten wat de gevolgen zijn van het feit dat een kind een chronische aandoening heeft. Dat komt ook omdat ze zelf niet graag praten over hun ziekte of aandoening. Dat vraagt begrip en flexibiliteit van de (school)omgeving.

Wij krijgen dan ook veel vragen van ouders en scholen rondom belastbaarheid van chronisch zieke kinderen en jongeren. Het is daarbij vaak lastig om een onpartijdige inschatting te krijgen van hoe belastbaar de leerling of student is (zie ook het artikel "Laag Belastbaar en naar School" dat onlangs verschenen in het Ondersteuning in Onderwijs Magazine van Instondo).

Het belang van begrip en flexibiliteit

Omdat de aandoeningen en de gevolgen daarvan zo onzichtbaar en wisselend zijn, is het extra belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan. Zelfs leerlingen met dezelfde aandoening verschillen onderling enorm van elkaar. En ook de last die een leerling van zijn aandoening ervaart, kan in de loop van de tijd erg verschillen. Op het moment dat een aandoening (h)erkend wordt, is het belangrijk om goede afspraken te maken over aanpassingen als gevolg van beperkte belastbaarheid. Met begrip, flexibiliteit en een paar aanpassingen kom je vaak al een heel eind. Onze thema's afstandsonderwijs en verzuim zijn direct gerelateerd aan beperkte belastbaarheid.

Door samen in gesprek te gaan met hulp van onze gesprekstools kunnen leerling/student, school en ouder helder krijgen welke rol wisselende of beperkte belastbaarheid speelt. Op basis van die inventarisatie kan gekeken worden naar mogelijke aanpassingen of ondersteuning die ook in gesprekstools staan genoemd.

Zo is onze routekaart afstandsonderwijs een belangrijk hulpmiddel bij lage belastbaarheid om te kunnen blijven leren. Download of bestel onze gids om hierover in gesprek te gaan. Vind je het fijn dat er iemand met je meedenkt op het gebied van lage belastbaarheid neem dan contact op met onze hulplijn. Of bekijk de brochure 'Jouw leerling met Long Covid'. Hoewel deze brochure zich specifiek op Long Covid richt zijn de tips toepasbaar voor een vele grotere groep leerlingen die laag belastbaar zijn.

Soms is er meer nodig

Soms is er meer nodig. Denk hierbij aan aanpassingen in toetsen en examens, het aantal verplichte vakken of lesuren, onderwijs op een andere locatie of bijvoorbeeld de inzet van afstandsonderwijs. Om dit soort aanpassingen mogelijk te maken, vragen scholen nogal eens om een verklaring van de behandelend arts. Maar behandelend artsen buiten de scholen geven hooguit bewijsstukken af over diagnostiek, maar doen geen uitspraak over wat wel en niet mogelijk is op school. Die taak ligt bij de jeugdarts. Deze arts werkt vanuit het jeugdgezondheidszorgteam. De jeugdarts adviseert over de mogelijkheden en benodigde aanpassingen. In samenspraak met leerling en/of ouders en meestal ook in samenspraak met de school en zo nodig andere betrokkenen wordt dan een ‘Adviesplan Belastbaarheid’ opgesteld. Dit is geen medische belastbaarheidsverklaring en wordt ook niet uitgedrukt in een percentage. Het is een kwalitatief advies; een beschrij- ving van de mogelijkheden van de leerling om deel te nemen aan onderwijs. Hiermee geeft de jeugdarts input voor het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Omdat veel van deze leerlingen niet kunnen voldoen aan de verplichte onderwijstijd, is een afwijking van het minimumaantal uren onderwijstijd nodig. Daarvoor is onderbouwing nodig van een kinder- of jeugdpsycholoog, (ortho)pedagoog of een arts. Ook is soms onderwijs op een andere locatie (OAL) nodig of bijvoorbeeld de inzet van afstandsonderwijs. Zowel bij afwijking onderwijstijd als onderwijs op andere locatie kan een jeugdarts verbonden aan de school adviseren.

Lees hier meer over in de brochure heeft en NJI samen met AJN de brochure van het NCJ ‘De rol van de JGZ bij vragen over belastbaarheid van ziekgemelde jeugdigen’. Belastbaarheid wordt hier omschreven als ‘een beschrijving van de mogelijkheden van de jeugdige om deel te nemen aan het onderwijs’. JGZ-professionals die betrokken zijn bij de scholen geven advies over de belastbaarheid.