Wat is afstandsonderwijs?
Afstandsonderwijs is een vorm van leren waarbij de leerling niet naar school gaat, maar het onderwijs op afstand volgt, veelal digitaal.
Afstandsonderwijs is een vorm van leren waarbij de leerling niet naar school gaat, maar het onderwijs op afstand volgt, veelal digitaal.
Afstandsonderwijs is voor leerlingen met een chronische aandoening vaak een goede aanvulling op het onderwijs dat ze op hun school en in hun eigen klas volgen. Bijvoorbeeld omdat de inspanning om volle dagen of weken naar school te gaan te groot is. Of omdat ze regelmatig afwezig moeten zijn vanwege revalidatie of een ziekenhuis opname.
Het belangrijkste voordeel van afstandsonderwijs is dat het leren en het contact met de klas doorgaat op het moment dat de leerling niet fysiek naar school kan. Toch is leren op afstand niet hetzelfde als in de klas zitten. Het vraagt van de leerling een behoorlijke dosis discipline, motivatie en zelfstandigheid. Of het werkt, hangt vooral af van of het past. Dus of de gekozen methoden en afspraken passen bij de behoeften en mogelijkheden van de leerling, ouder, leerkracht en school samen.
School heeft een aantal verplichtingen ten aanzien van leerlingen met een chronische aandoening, die door hun aandoening niet voltijds fysiek naar school kunnen komen. Deze verplichtingen zijn ook in de wet vastgelegd.
Als het niet mogelijk is om onderwijs fysiek op school te verzorgen moet school een alternatief bieden (zoals huisonderwijs en afstandsonderwijs). Dit is in verband met de verplichting van school om zorg te dragen voor een ononderbroken ontwikkelingsproces (artikel 2, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de equivalenten Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)).
Ook is iedere school verplicht te onderzoeken welke ondersteuning voor een leerling met een chronische aandoening nodig is, en om die ondersteuning – binnen de mogelijkheden van de school – ook te bieden. Dit is vastgelegd in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte (Wgbh/cz). Deze ondersteuning wordt ook wel een doeltreffende aanpassing genoemd. Afstandsonderwijs kan een doeltreffende aanpassing zijn. Onderzoeken of afstandsonderwijs een doeltreffende aanpassing voor een leerling kan zijn, mag dus niet zomaar geweigerd worden en moet binnen de mogelijkheden van school aangeboden worden.
In principe betaalt de school. De school is immers verantwoordelijk voor het onderwijs aan de leerling, eventueel met steun van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Sommige opties worden (tijdelijk) gefinancierd door bijvoorbeeld het bedrijfsleven of stichtingen, of zijn kosteloos te leen onder bepaalde voorwaarden. Daarnaast kan er voor hulpmiddelen vaak een beroep gedaan worden op het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen UWV. Lees verder in deze brochure van de overheid die alles vertelt over de regels en bekostiging van digitaal afstandsonderwijs; 'Als een leerling tijdelijk niet naar school kan'.
Vanaf vijf jaar is een kind leerplichtig. Dit betekent dat een kind vanaf die leeftijd naar school gaat, tenzij er een geoorloofde reden is om dat niet te doen. Een geoorloofde reden is bijvoorbeeld ziekte. Wanneer een leerling met een chronische aandoening afstandsonderwijs nodig heeft en anders dus thuis zou zitten vanwege ziekte, dan is dat geoorloofd verzuim. Er hoeft dan geen melding te worden gedaan bij de leerplicht.
Wanneer er sprake is van verzuim om andere redenen, of wanneer er discussie is over de vraag of een leerling eigenlijk (beter) wel naar school kan, is de situatie ingewikkelder. Het is dan van belang om goede afspraken te maken tussen school, ouders en de leerplichtambtenaar. De jeugdarts kan een rol spelen in het meekijken naar vragen over (geoorloofd of ongeoorloofd) verzuim en over belastbaarheid.
Voor leerlingen die (deels) afstandsonderwijs volgen en ingeschreven zijn bij school, is geen vrijstelling van de leerplicht nodig. In sommige situaties kan maatwerk in de onderwijstijd meer ruimtegeven voor school en leerling. Dat is vooral wanneer er een combinatie gezocht wordt tussen de inzet van fysiek onderwijs, afstandsonderwijs en zorg of begeleiding. De school kan dan bij de inspectie een vermindering van de onderwijstijd aanvragen voor maximaal twee jaar.
Wanneer een school structureel een bepaalde groep leerlingen afstandsonderwijs wil geven, is dit alleen in het voortgezet onderwijs toegestaan. Daar zijn bepaalde voorwaarden aan verbonden. Wanneer je kind niet de enige is die binnen een school afstandsonderwijs nodig heeft, kan dit een optie zijn.
Lees verder in deze brochure van de overheid die alles vertelt over de regels en bekostiging van digitaal afstandsonderwijs; 'Als een leerling tijdelijk niet naar school kan'.
Lesgeven via bijvoorbeeld de webcam is handig, maar is het ook veilig? Jazeker! Zolang je met een aantal zaken rekening houdt.
Werk met softwarepakketten die veilig zijn bevonden door de Autoriteit Persoonsgegevens. Voorbeelden hiervan zijn Microsoft Teams of Google for Education apps, zoals Google Meet, Classroom en Drive. Hierdoor kunnen alleen leerlingen van de groep aansluiten tijdens de sessie en is deze niet toegankelijk voor buitenstaanders.
Het fijnste is als school bij de inschrijving van elke leerling toestemming aan ouders vraagt om lessen te kunnen filmen en opnemen voor dit doeleinde. Is dit het geval, dan mogen de klasgenoten namelijk ook in beeld komen. Is dit niet het geval, dan kan je het op het niveau van de klas regelen met de ouders. Een andere optie is om af te spreken dat er niets wordt opgenomen om later terug te kijken.
Als school het dan nog steeds lastig vindt, kan de privacy extra worden gewaarborgd door de webcam alleen te gebruiken voor instructies en enkel te richten op het bord zonder dat leerlingen te zien zijn. Meer informatie over privacy en afstandsonderwijs vind je bij Privacy op School.
Weerstand op school tegen afstandsonderwijs kan verschillende redenen hebben. Leerplicht, privacy, te kort aan geld, middelen of handen in de klas zijn de meest voorkomende. Het is goed om erachter te komen waar de meeste weerstand van school zit. Dan kun je samen naar een oplossing toewerken. Kom je er niet uit? Onze ambassadeurs helpen je graag. Of klop aan bij de in de volgende vraag genoemde instanties.
Onze routekaart afstandsonderwijs is een praktisch hulpmiddel om op en met school in gesprek te gaan over afstandsonderwijs. Daarnaast kan een ambassadeur van ons je op weg helpen als je ergens vastloopt. Zij hebben ervaring opgedaan met het regelen van afstandsonderwijs voor hun eigen kind of voor een leerling. Tenslotte zijn er een heel aantal andere instanties die kunnen helpen. Welke instantie het beste is, is afhankelijk van waarmee je vastloopt op school. Denk aan instanties als de jeugdarts, de leerplichtambtenaar of een Consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen.
De wisseling van lokalen en docenten is waarschijnlijk het grootste verschil tussen het basis- en het voortgezet onderwijs. Hou hiermee rekening als je kijkt naar de (on)mogelijkheden van afstandsonderwijs. Die wisseling maakt continuïteit lastiger. Daar staat tegenover dat wanneer een school structureel een bepaalde groep leerlingen afstandsonderwijs wil geven, dat dit alleen in het voortgezet onderwijs onder bepaalde voorwaarden is toegestaan. Zie ook de vraag 'Hoe zit het met de leerplicht'.
Deze factsheet staat vol met praktische tips voor leerkrachten: 'Hoe betrek ik een leerling bij de klas en bij de les als deze door ziekte via een computerverbinding de les volgt?'.
Praktijkvoorbeeld van interactief onderwijzen met de webcam van Openbaar Onderwijs aan de Amstel